Geboorteregeling op natuurlijke wijze
De recente NFP-methode ook wel sympto-thermale methode voor natuurlijke geboorteregeling maakt gebruik van de veranderingen van de lichaamstemperatuur en het slijm van de baarmoederhals en vormt een betrouwbaar alternatief voor de klassieke contraceptiva zoals de pil en het condoom.
Het vraagt wél om een zorgvuldige toepassing en kan daarom alleen aanbevolen worden aan gemotiveerde echtparen.
De vroegere methoden voor natuurlijke geboorteregeling maakten slechts gebruik van één kenmerk van de cyclus, wat hun betrouwbaarheid twijfelachtig maakt. Zo ging de kalendermethode uit van de lengte van de cyclus. Vermits de cyclus bij de meeste vrouwen licht varieert, is deze methode echter te onbetrouwbaar.
De NPF-methode (NFP staat voor 'natural family planning' of 'natuurlijke gezinsplanning') is gebaseerd op het waarnemen door de vrouw van een aantal veranderingen die gedurende de cyclus plaats vinden om het begin en het einde van de vruchtbare periode af te bakenen. Drie signalen zijn van doorslaggevende betekenis. De veranderingen van: lichaamstemperatuur, (cervix)slijm of baarmoederhals. Vandaar de naam ‘sympto-thermale methode’. Een vrouw die deze signalen kan interpreteren, weet wanneer een zwangerschap mogelijk is en wanneer niet.
De menstruele cyclus
Voorwaarde voor een zwangerschap is dat eicel en zaadcel samenkomen. De eicel wordt slechts één keer in de cyclus door de eierstok vrijgegeven (eisprong).
Een normale menstruele cyclus duurt 28 dagen. De lengte ervan kan aanzienlijk verschillen van vrouw tot vrouw en ook in de loop van het leven.
De menstruele cyclus begint met de groei en rijping van een nieuwe eicel. Dit moment valt samen met de eerste dag van de menstruatie. De eicel komt tot rijping in een blaasje dat, samen met de rijpende eicel, de follikel genoemd wordt. Naarmate hij groeit, scheidt hij in toenemende mate oestrogenen af met aan het einde van de rijping een piek. De grote concentratie aan oestrogenen heeft een invloed op de baarmoederhals en op de slijmprop die zich daar bevindt. Normaal is dit slijm ondoorgankelijk voor zaadcellen. Onder invloed van de oestrogenen wordt het enkele dagen lang wel doorgankelijk. Het bevordert bovendien de overleving van de zaadcellen. In het zure milieu van de vagina houden ze het immers maar een paar uur uit, maar in het slijm van de baarmoederhals kan dit tot 72 uur oplopen. De effectief vruchtbare periode loopt daardoor op tot 4 à 5 dagen.
Het moment waarop de follikel barst en de eicel vrijkomt, wordt de eisprong of ovulatie genoemd. Dit moment valt meestal ongeveer 12 à 16 dagen voor het einde van de cyclus. Schommelingen in de duurtijd van de cyclus zijn doorgaans het gevolg van afwijkingen tijdens de eerste fase, dus tijdens de rijping van de eicel. De tweede fase kent bij de meeste vrouwen een vrij gelijkmatige duurtijd, namelijk 2 weken. Een eicel overleeft slechts één dag. Ze is slechts gedurende de eerste 12 uur optimaal vruchtbaar.
Om de kans op een zwangerschap zo goed mogelijk te kunnen bepalen, is het belangrijk dat men nauwkeurig weet wanneer de eisprong juist plaatsvindt. Bij een perfect regelmatige cyclus van 28 dagen zou de eisprong steeds op de 14° dag moeten vallen.
* Vermits de maandelijkse cyclus bij de meeste vrouwen niet perfect is, beschouwt men de periode tussen de 11° en de 16° dag van de cyclus als de meest vruchtbare, vermits de eicel gewoonlijk in deze periode vrijkomt.
* De periodes tussen de 8° tot de 10° en de 17° en 18° dag van de cyclus beschouwt men als minder vruchtbaar, maar tijdens deze periode blijft er toch nog steeds een aanzienlijke kans op zwangerschap.
De resten van de follikel ondergaan na de eisprong een verandering. Ze vormen zich om tot een geel lichaam (corpus luteum). Dit geel lichaam produceert progesteron. Dit hormoon stimuleert het baarmoederslijmvlies zich klaar te maken voor de innesteling van de bevruchte eicel. Het baarmoederhalsslijm vormt een slijmprop en de baarmoedermond zelf zakt terug, sluit zich en wordt hard. Het progesteron veroorzaakt een duidelijk waarneembare temperatuurstijging na de eisprong. Het geel lichaam blijft ondertussen oestrogenen produceren, minder dan tijdens de piek vóór de eisprong, maar meer dan tijdens de eerste fase van de cyclus. Indien de eicel niet bevrucht wordt, raakt het geel lichaam snel uitgeput. Rond de 13de dag na de eisprong duikt de afscheiding van het progesteron naar beneden en in mindere mate ook die van oestrogeen. Het baarmoederslijmvlies wordt niet meer gestimuleerd, sterft af en wordt afgestoten. Dit is de menstruatie. Het begin van de bloeding geeft het begin van een nieuwe cyclus aan.
Zie vervolg
(bron: gezondheid.be)